Rechtbank Den Haag oordeelt dat de rentevordering van X op Y bv niet kan worden afgewaardeerd wegens oninbaarheid doordat de rentevordering kon worden verrekend met een schuld van X aan Y bv.

X is enig aandeelhouder van Y bv. X heeft in privé geld geleend van een bank. Dit geld heeft X uitgeleend aan Y bv en via Y bv doorgeleend aan andere groepsvennootschappen. De rente die Y bv verschuldigd is aan X is bijgeschreven. X heeft daarnaast een schuld in rekening-courant aan Y bv. X heeft de rentevordering op Y bv, zijnde de bijgeschreven rente, wegens oninbaarheid afgewaardeerd ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X een schuld in rekening-courant aan Y bv had waarmee de door Y bv aan X verschuldigde rente had kunnen worden verrekend. De rentevordering is daarom niet oninbaar zodat voor afwaardering geen plaats is. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 19 november

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen