X bv exploiteert een autosloperij. Erflater, de heer X, bezat de meerderheid van aandelen in X bv. De inspecteur beschikt over een renseignement, waarin X bv wordt genoemd als leverancier van gebruikte katalysatoren, terwijl de verkoop daarvan niet voorkomt in haar eigen administratie. Bovendien hebben X bv en de inkopende partij, volgens telefoonnota's waarover de inspecteur beschikt, vanaf 2003 diverse malen contact gehad. In geschil zijn de vpb-navorderingsaanslagen over 2002 tot en met 2005 en de boetes van 25%. Rechtbank Breda oordeelt dat de administratie als geheel zodanig ernstige tekortkomingen vertoont, dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De correcties zijn voorts redelijk. Ook voor wat betreft 2002, aangezien niet is uit te sluiten dat de verkoop niet reeds zou zijn gebeurd in 2002. Met betrekking tot de boetes wordt bewezen geacht dat X bv – met uitzondering van 2002 - de verkoop van katalysatoren opzettelijk heeft verzwegen. Aangezien de redelijke termijn met twee en half jaar is overschreden, worden de boetes gematigd tot 18,75%. X bv gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het renseignement - als direct bewijs – al voldoende is om te constateren dat de administratie van X bv onbetrouwbaar is. De administratie is dus terecht verworpen. X bv stelt met betrekking tot 2005 dat de inspecteur niet over een nieuw feit beschikt. Lopende het boekenonderzoek is namelijk de primitieve aanslag opgelegd conform de aangifte. Dit is niet relevant, aangezien X bv bij het doen van de aangifte te kwader trouw was. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.