Belanghebbende, X bv maakt deel uit van een in Duitsland gevestigd energieconcern. Zij voldoet over de maanden januari en februari 2013 op aangifte ruim € 5,5 mln euro aan kolenbelasting.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de afschaffing van de vrijstelling van kolenbelasting in strijd is met de energierichtlijn. De Unierechtelijke energierichtlijn (Richtlijn 2003/96/EG) kent als hoofdregel een vrijstelling. Om deze vrijstelling af te schaffen zou heffing van kolenbelasting het milieu moeten dienen. De Nederlandse wetgever heeft de vrijstelling per 1 januari 2013 afgeschaft in het kader van een begrotingsakkoord en om een financieel gat te dichten. Uit de wetsgeschiedenis en de marktomstandigheden toentertijd volgt dat de wetgever wist dat met de heffing van kolenbelasting het gebruik van kolen niet zou verminderen. Om de financiële opbrengst van de afschaffing van de vrijstelling te realiseren was ook noodzakelijk dat het gebruik van kolen niet zou verminderen. Per 1 januari 2016 is de vrijstelling van kolenbelasting weer heringevoerd. Uit de wetsgeschiedenis van deze wijziging blijkt onomwonden dat de wetgever weet dat de heffing van de kolenbelasting niet kon bijdragen aan een beter milieu. De afschaffing van de vrijstelling van kolenbelasting per 1 januari 2013 is in strijd met de energierichtlijn. Het hof stelt X bv in het gelijk en oordeelt dat zij de op aangifte voldane kolenbelasting terugkrijgt.
Wetsartikelen:
Wet belastingen op milieugrondslag 44-2