De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft geantwoord op vragen van enkele fracties van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van het kabinetsbesluit om niet over te gaan tot invoering van de huishoudentoeslag in de huidige vorm.

Brief Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 7 juli 2014 2014-0000091360

Op 14 april 2014 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekend gemaakt dat het kabinet tot de conclusie is gekomen dat de invoering van de huishoudentoeslag in de huidige vorm niet mogelijk is. Naar aanleiding daarvan hebben enkele fracties van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid vragen gesteld. De minister stelt dat het de doelstelling van de huishoudentoeslag was om het toeslagenstelsel eenvoudiger te maken en de inkomensondersteuning voor ouderen beter te richten en te versoberen. Het kabinet verkent momenteel opties om het toeslagenstelsel conform deze doelstellingen te hervormen. De minister gaat niet in op die opties. Voor de ingeboekte bezuiniging die oploopt tot structureel € 1,2mld. zal naar een alternatieve invulling worden gezocht. Die zal bezien worden in augustus en belanden in de Miljoenennota 2015. Verder gaat de minister in zijn antwoord in op de problematiek van de export van toeslaggeld en op de noodzaak om de huishoudentoeslag dan juridisch op te delen in componenten (kind, zorg, ouderen en huur). De Belastingdienst is echter niet in staat om de componenten van de huishoudentoeslag gesplitst uit te betalen. De systemen kunnen een dergelijke wijziging niet verwerken.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Toeslagen en zorgverzekeringswet

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 25 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen