De heer X staakt op 1 januari 2003 zijn agrarische onderneming. Het ondernemingsvermogen bestaat uit een woning met omliggende grond (de huiskavel) en percelen gronden van 15,1 hectare. X blijft de huiskavel zelf bewonen en realiseert op de andere grond drie nieuwe landgoederen. De benodigde bestemmingswijziging daartoe wordt in 2005 verleend. De landgoedpercelen worden in december 2006 en juli 2007 in erfpacht uitgegeven. Vanaf de IB-aangifte over 2006 worden de landgoedpercelen door X verantwoord in box 3. In geschil is of terecht bij X over 2006 en 2007 is nagevorderd. Bij tussenuitspraak oordeelt Rechtbank Gelderland dat de opbrengst van de erfpachtuitgifte resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) is. Met de bestemmingswijziging is namelijk een meerwaarde beoogd die normaal, actief vermogensbeheer te boven gaat. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur zich via de foutenleer vergeefs beroept op interne compensatie. Het maakt niet uit dat in 2002 € 320.000 aan stakingswinst nooit in de heffing is betrokken. Voor de bepaling van het resultaat wordt de 15,1 hectare tot het ROW-vermogen op de beginbalans van 1 januari 2003 gerekend. De waarde in het economische verkeer daarvan is € 325.231 per kavel. De aanslagen worden verminderd, rekening houdend met de eindwaarde van de kavels en de door X gemaakte onkosten, alsmede de lagere heffing in box 3. De beroepen van X zijn deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.95
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 25 juli