Belanghebbende, X, hield door tussenkomst van een beleggingsadviesbureau een tegoed aan op een Zwitserse bankrekening. De rente en saldi van dit tegoed heeft hij niet aangegeven. In reactie op een vragenbrief van de inspecteur erkent X dat hij gerechtigd is tot het Zwitserse tegoed. Voordat de inspecteur is geïnformeerd over de zaak heeft de FIOD enkele jaren onderzoek gedaan in de administratie van het beleggingsadviesbureau.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de met toepassing van de verlengde navorderingstermijn opgelegde navorderingsaanslagen met voldoende voortvarendheid zijn opgelegd. Het hof is van oordeel dat de FIOD de vrijheid om tot een projectmatige aanpak te komen niet heeft overschreden, terwijl voorts aannemelijk is dat met voldoende mankracht bij voortduring aan het project is gewerkt. Het hof concludeert dan ook dat zowel de FIOD als de inspecteur voortvarend heeft gehandeld. Weliswaar is tussen het sluiten van het FIOD-onderzoek en de overdracht aan de Belastingdienst een periode van iets meer dan zes maanden verstreken, maar dit heeft te maken met het feit dat er na de datum van het eind proces-verbaal nog enkele handelingen verricht zijn om de dossiers ‘klaar' te maken voor de overdracht. Deze overdracht heeft volgens het hof rechtmatig plaatsgevonden. Het hof handhaaft de boeten. Het beroep van X op de inkeerregeling faalt, omdat van een tijdige inkeer geen sprake is.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67n
Algemene wet inzake rijksbelastingen 55
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16-4