De AOW-leeftijd bedraagt in 2028 67 jaar en drie maanden. De aanvangsleeftijd, bedraagt dan 17 jaar en drie maanden. Die mededeling is door minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen in de Staatscourant gepubliceerd.

Eerder had zij dit al aan de Tweede Kamer geschreven.

Deze leeftijden zijn met drie maanden verhoogd ten opzichte van de AOW-leeftijd en de aanvangsleeftijd die voor 2027 gelden. Elk jaar worden deze leeftijden berekend aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting die door het Centraal bureau voor de statistiek (CBS) wordt bekendgemaakt.

Wetsartikelen:

Algemene Ouderdomswet 7a

Algemene Ouderdomswet 1

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

10

Gerelateerde artikelen