Rechtbank Den Haag oordeelt dat de belastingrente uitsluitend wordt bepaald door tijdsverloop en de hoogte van de afwijking van de aangifte.

X bv doet op 11 april 2017 VPB-aangifte over 2015, terwijl zij slechts uitstel had tot 1 november 2016. In januari 2019 wordt de aanslag opgelegd, alsmede de beschikking belastingrente van € 89.244. Bij de aanslag is de afwaardering naar lagere bedrijfswaarde van de onroerendgoedportefeuille van € 1.696.000 geheel gecorrigeerd. Volgens X bv had zij ter zake een pleitbaar standpunt, zodat de belastingrente niet terecht is.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de belastingrente uitsluitend wordt bepaald door tijdsverloop en de hoogte van de afwijking van de aangifte. De belastingrente wordt niet beïnvloed door een mogelijke verwijt van X bv en is dus geen boete. Het forse tijdsverloop bij de aanslagregeling is verklaarbaar omdat X bv haar aangifte te laat heeft ingediend en het waarderingsvraagstuk complex was. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 12 juni

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen