Hof Amsterdam beslist dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij pgb-inkomsten niet zelf heeft ontvangen maar slechts een bemiddelingsrol vervulde.

Belanghebbende, X, ontvangt in het jaar 2013 volgens opgave van het Zorgkantoor een bedrag van € 60.874 voor twee zorgvragers. De inspecteur stelt in oktober 2017 een derdenonderzoek jegens X bij het zorgkantoor in. In geschil zijn de aan X opgelegde (navorderings)-aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage zvw over de jaren 2010 tot en met 2013 waarin pgb-inkomsten zijn betrokken. In (hoger) beroep stelt X dat hij niet de (uiteindelijke) ontvanger van de pgb's is geweest. Hij stelt slechts een bemiddelingsrol te vervullen en derden in te schakelen voor de zorgverlening. De rechtbank concludeert dat X niet middels een inzichtelijke administratie aannemelijk maakt dat hij de pgb-inkomsten niet zelf heeft genoten. X komt in hoger beroep.

Volgens Hof Amsterdam maakt X met de door hem ingebrachte formulieren niet aannemelijk dat hij de litigieuze pgb-inkomsten niet heeft ontvangen. Uit het derdenonderzoek volgt daarentegen dat (uitsluitend) X als zorgverlener is genoemd. Het hof acht het onder die omstandigheden aannemelijk dat X (in die hoedanigheid) de (in de heffing betrokken) pgb-inkomsten heeft ontvangen. De hoger beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 22 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen