Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv inmiddels niet meer bestaat, zodat op haar naam geen rechtshandelingen, waaronder het instellen van beroep, kunnen worden verricht.

Aan X bv is in december 2017 een VPB-navorderingsaanslag met vergrijpboete opgelegd. X komt in bezwaar en vervolgens in beroep. In geschil is of dit beroep ontvankelijk is. Uit een KvK-uittreksel blijkt dat X bv op 7 oktober 2019 is opgehouden te bestaan wegens gebrek aan baten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv inmiddels niet meer bestaat, zodat niet op haar naam geen rechtshandelingen, waaronder het instellen van beroep, kunnen worden verricht. Dit is alleen mogelijk als de civiele rechter de vereffening op verzoek heropent. Doordat X niet meer bestond tijdens de beroepsprocedure kan geen spanning en frustratie worden verondersteld. Er wordt vergeefs vergoeding van immateriële schade geclaimd wegens het overschrijden van de redelijke termijn. Het beroep is niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 2 23c

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Insolventierecht

Editie: 27 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

293

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen