Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft ingebracht. Het is niet aannemelijk dat de blauwe map is overhandigd aan de inspecteur, dan wel bij hem is achtergebleven.

X schrijft scenario’s voor film en toneel. De resultaten hiervan geeft zij vanaf 2010 aan als ROW. De resultaten zijn echter steeds negatief. In 2017 schrijft X zich uit bij het handelsregister. Voor 2013 en 2014 is in geschil of de activiteiten voor X een bron van inkomen vormen. X is van mening dat zij, met de stukken die zij aan de inspecteur heeft gegeven in een blauwe map, maar die zij zelf inmiddels niet meer heeft, aannemelijk heeft gemaakt dat een bron aanwezig is. Verder is de aan X opgelegde BTW-naheffingsaanslag in geschil. Hof ’s-Hertogenbosch wijst erop dat X moet bewijzen dat een bron van inkomen aanwezig is. Omdat de blauwe map daarvoor van belang kan zijn, geeft het hof de inspecteur tijdens de zitting opdracht om te onderzoeken of hij nog beschikt over de originele stukken. Vervolgens oordeelt het hof, zonder het resultaat van dit onderzoek af te wachten, dat X niet aannemelijk maakt dat er in 2013 en 2014 sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. X gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het hof ontoereikend heeft gemotiveerd dat niet aannemelijk is dat X de blauwe map aan de inspecteur heeft verstrekt. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft ingebracht. Het is niet aannemelijk dat de blauwe map tijdens het hoorgesprek op 4 juli 2017 is overhandigd aan de inspecteur, dan wel is achtergebleven bij de inspecteur. Het hof hecht daarbij belang aan enkele gedragingen van de gemachtigde van X. Hetzelfde geldt voor de stelling van X dat de gemachtigde eind september 2017 een compleet nieuw opgezette boekhouding over de jaren 2013, 2014 en 2015 en originele bankafschriften heeft overhandigd, die nooit zouden zijn teruggegeven. Het hof handhaaft vervolgens de IB-aanslagen en vermindert de BTW-naheffingsaanslag, omdat de inspecteur tijdens de zitting te kennen geeft dat hij een correctie laat vallen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 27 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

448

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen