Vanaf juli 2015 is X voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkzaam in Nigeria. In 2018 keert hij terug naar Nederland en staat hij vanaf 7 augustus 2018 weer ingeschreven in de Basisregistratie personen. De inspecteur legt X een IB-navorderingsaanslag op voor het jaar 2012. X gaat in bezwaar. De uitspraak op bezwaar is gedagtekend op 21 december 2018 en verzonden naar het postadres van X. X gaat op 20 februari 2019 in beroep tegen de uitspraak op bezwaar.
Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De inspecteur heeft de uitspraak namelijk verstuurd naar het laatst bij hem bekende postadres van X: het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Den Haag (post Lagos). Het had op de weg van X gelegen om dit postadres na zijn terugkeer naar Nederland aan te passen. De gevolgen van het feit dat X zijn postadres na terugkeer naar Nederland niet heeft aangepast komen voor zijn risico.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 31 december