Het Besluit toekomst pensioenen is in het Staatsblad gepubliceerd. Dit besluit stelt nadere regels voor veel van de onderwerpen uit de Wet toekomst pensioenen.

Deze regels hebben onder meer betrekking op het wettelijk kader voor pensioenovereenkomsten, de waarborgen voor een evenwichtige transitie en het fiscale kader voor pensioenovereenkomsten. In dit besluit is een aantal wijzigingen opgenomen in het Uitv.besl. IB 2001 en het Uitv.Besl. LB 1965. Met deze wijzigingen worden deze besluiten in lijn gebracht met de wijzigingen in de wetgeving ingevolge de Wet toekomst pensioenen. Het betreft de volgende wijzigingen:

  • het in lijn brengen van regels inzake pensioenopbouw door zelfstandigen die deelnemen aan een pensioenregeling op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, de Wet op het notarisambt of de Wet verplichte beroepspensioenregeling aan het in de Wet toekomst pensioenen opgenomen fiscale kader voor pensioenopbouw;
  • het in lijn brengen van regels inzake lijfrente met het in de Wet toekomst pensioenen opgenomen fiscale kader en het in die wet opgenomen overgangsrecht;
  • het opnemen van bepalingen die zien op het fiscaal faciliteren van het experiment voor pensioenopbouw voor zelfstandigen in de tweede pijler;
  • het opnemen van een bepaling in het Uitv.Besl. LB 1965 welke kosten zijn begrepen in de premie, bedoeld in de Wet toekomst pensioenen;
  • het in lijn brengen van verschillende bepalingen inzake dienstjaren, te hanteren franchises en pensioengevend loon met de aanpassingen ingevolge de Wet toekomst pensioenen.

Daarnaast worden verschillende onderdelen uit het Verzamelbesluit Pensioenen (V-N 2019/6.8) opgenomen in dit besluit.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Pensioenen, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 3 juli

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen