Rechtbank Breda vermindert de beschikking bestuurdersaansprakelijkheid tot het bedrag waarvoor niet is voldaan aan de meldingsplicht betalingsonmacht.

Belanghebbende, X, wordt door de ontvanger als bestuurder aansprakelijk gesteld voor belastingschulden, boeten, invorderingsrente en kosten van de onderneming H bv. Enig aandeelhouder en statutair bestuurder van deze bv is de zoon van X. Op 18 oktober 2004 heeft H bv een rechtsgeldige melding van betalingsonmacht gedaan.

Rechtbank Breda oordeelt dat X terecht aansprakelijk is gesteld voor schulden van de vennootschap H bv waarvan zijn zoon aandeelhouder en statutair bestuurder is. Onder meer op basis van een verklaring van een werknemer (die spreekt over ‘de jonge baas' en ‘de oudere baas') oordeelt de rechtbank dat X de onderneming feitelijk samen met zijn zoon bestuurde. De rechtbank vermindert de beschikking bestuurdersaansprakelijkheid wel tot het bedrag waarvoor niet is voldaan aan de meldingsplicht betalingsonmacht. Dit betreft twee aanslagen tot een totaalbedrag van € 13 724. Voor het overige heeft de ontvanger niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Hiervoor is niet voldoende dat H bv sinds 2003 geen jaarstukken meer heeft gedeponeerd, er gebreken kleven aan de door H bv uitgeschreven facturen, er nog briefpapier van de voormalige eenmanszaak wordt gebruikt en er betalingen worden gedaan aan een vennootschap die wordt vertegenwoordigd door een bekende van X en/of de zoon. Tevens is X ten onrechte aansprakelijk gesteld voor de boeten, invorderingsrente en kosten. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 13 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen