X maakt bezwaar tegen de haar opgelegde aanslagen IB/PVV 2009 en 2010 met dagtekeningen 24 mei 2013 respectievelijk 29 augustus 2013. De inspecteur ontvangt het bezwaarschrift op 20 september 2016. De bezwaren worden vervolgens vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Volgens X is dit niet terecht. Zij stelt reeds eerder bezwaar te hebben gemaakt. De in geschil zijnde bezwaren zijn volgens X een noodzakelijk uitvloeisel van die eerdere bezwaren/klachten.
Hof 's-Hertogenbosch beslist, net als de rechtbank, dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij betreffende de jaren 2009 en 2010 al eerder een bezwaarschrift heeft ingediend. X heeft verder ook geen feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan kan worden geoordeeld dat de termijnoverschrijdingen verschoonbaar zijn. Het beroep van X op het vertrouwensbeginsel in het kader van toepassing van ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2010 wordt ook verworpen. Voor het belastingjaar 2011 is de inspecteur aan het verzoek om ambtshalve vermindering (in de vorm van een bezwaarschrift) tegemoet gekomen omdat het binnen de vijfjaarstermijn is ingediend. Zo'n verzoek is voor het belastingjaar 2010 niet binnen deze termijn ingediend. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 45aa
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 28 november