De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank de goede procesorde heeft geschonden door X geen kennis te laten nemen van de ter beschikking staande gegevens van PostNL. De rechtbank heeft het beroep namelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder zitting, terwijl X heeft betwist dat het stuk is uitgereikt.

Rechtbank Den Haag verklaart het door X ingestelde beroep niet-ontvankelijk. X heeft namelijk het griffierecht niet betaald. X gaat hiertegen in verzet. De gemachtigde van X stelt dat de brief van de rechtbank met de sommatie om het griffierecht te betalen niet is aangekomen. In de uitspraak op het verzet oordeelt de rechtbank, zonder X op een zitting te horen, dat uit de bij PostNL opgevraagde informatie blijkt dat de brief met de nota voor het griffierecht is uitgereikt op het adres van de gemachtigde en dat voor ontvangst daarvan is getekend. Dat de brief niet in het dossier van de gemachtigde is opgenomen is niet van belang. Het verzet wordt ongegrond verklaard. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank de goede procesorde heeft geschonden door X geen kennis te laten nemen van de ter beschikking staande gegevens van PostNL. Nu het beroep niet-ontvankelijk is verklaard en X heeft betwist dat het stuk is uitgereikt, had de rechtbank X kennis moeten laten nemen van de gegevens van PostNL. De Hoge Raad acht ook van belang dat de rechtbank uitspraak op het verzet heeft gedaan zonder onderzoek ter zitting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:54

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 maart

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen