Advocaat-generaal Kokott concludeert dat het niet in strijd met het EU-recht is dat de in de VS betaalde belasting over de inkomsten uit royalty’s van Fossil (Gibraltar) op grond van de Income Tax Act 2010 wordt verrekend met de in Gibraltar verschuldigde belasting.

De aandelen van Fossil (Gibraltar) Limited zijn in handen van Fossil Group Inc., een in de Verenigde Staten gevestigde vennootschap. Fossil Gibraltar ontvangt royalty’s uit het wereldwijde gebruik van bepaalde merken en immateriële aspecten van de ontwerpen die verband houden met de merken waarvan zij eigenaar is. Volgens de belastingautoriteit van Gibraltar moet Fossil Gibraltar belasting betalen over de inkomsten uit royalty’s in Gibraltar alhoewel hierover ook al in de VS belasting is betaald. Volgens Besluit 2019/700 van de Europese Commissie is de Income Tax Act 2010 van Gibraltar namelijk onverenigbaar met de interne markt. De Gibraltarese rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak. De rechter wil weten of de Gibraltarese belastingvrijstelling van de ITA 2010 voor in de Verenigde Staten betaalde belasting over de inkomsten van Fossil (Gibraltar) uit royalty’s in strijd met Besluit 2019/700 is.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat het niet in strijd met het EU-recht is dat de in de VS betaalde belasting over de inkomsten uit royalty’s van Fossil (Gibraltar) op grond van de Income Tax Act 2010 wordt verrekend met de in Gibraltar verschuldigde belasting. Ook Besluit 2019/700 van de EC staat hieraan niet in de weg. De verrekening van de in de VS betaalde belasting over inkomsten uit royalty’s op grond van de ITA 2010 kan volgens de A-G noch worden beschouwd als steun, noch als omzeiling van besluit 2019/700.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 14 maart

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen