De Hoge Raad oordeelt dat de uitkeringen terecht tot het belastbare inkomen uit werk en woning zijn gerekend. Ook voor zover de uitkeringen verband houden met arbeidsongeschiktheid die in de uitoefening van een dienstbetrekking is ontstaan, zijn die uitkeringen krachtens een verzekeringsovereenkomst dan wel krachtens een publiekrechtelijke regeling gedaan.

X geniet in verband met zijn arbeidsongeschiktheid diverse uitkeringen. Volgens X moeten deze uitkeringen worden aangemerkt als vergoedingen van immateriële schade en van verlies aan arbeidskracht. De inspecteur heeft de uitkeringen volgens X dan ook ten onrechte gerekend tot de inkomsten uit vroegere dienstbetrekking. Hof Den Haag oordeelt dat de uitkeringen tot het belastbare inkomen uit werk en woning behoren. De uitkeringen zijn naar de aard aan te merken als een vergoeding voor door een beroepsziekte geleden schade (letselschade). X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de uitkeringen terecht tot het belastbare inkomen uit werk en woning zijn gerekend. Ook voor zover de uitkeringen verband houden met arbeidsongeschiktheid die in de uitoefening van een dienstbetrekking is ontstaan, zijn die uitkeringen krachtens een verzekeringsovereenkomst dan wel krachtens een publiekrechtelijke regeling gedaan. Er is geen sprake van vergoedingen van immateriële schade en van verlies aan arbeidskracht die niet tot het belastbare inkomen uit werk en woning gerekend mogen worden. De Hoge Raad merkt verder nog op dat X bezwaar heeft gemaakt tegen de beslissing van het hof om een onderzoek ter zitting achterwege te laten. Nu een mondelinge behandeling niet heeft plaatsgevonden, op initiatief van het hof, draagt de Hoge Raad de staatssecretaris op om het door X betaalde griffierecht te vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.100

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen