Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim begaat door de bij hem bekende beperkte informatie niet mee te nemen bij de primaire aanslagregeling. Bovendien is het hof van oordeel dat X te kwader trouw is en willens en wetens relevante informatie achterhield. De inspecteur mag volgens het hof navorderen. Er is geen sprake van een pleitbaar standpunt. De vergrijpboete blijft in stand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X verkoopt zijn onderneming. In 2012 ontvangt X de koopsom. X blijft na de verkoop nog enkele maanden verbonden aan de organisatie. De inspecteur stelt een boekenonderzoek in rond het einde van de BTW-plicht. De uitkomst is dat X niet meer belastingplichtig is voor de BTW. Nadat X niet reageert op een uitnodiging en aanmaning om aangifte IB/PVV 2012 te doen, volgt een ambtshalve aanslag waarbij de inspecteur geen rekening houdt met de verkoop. X komt tevergeefs in bezwaar en beroep, maar tijdens die procedure voert de inspecteur een derdenonderzoek uit. Dat leidt tot een navorderingsaanslag IB/PVV 2012 met vergrijpboete. X komt tevergeefs in bezwaar en beroep. X gaat in hoger beroep
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/12.22.11) oordeelt dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim begaat door de bij hem bekende beperkte informatie niet mee te nemen bij de primaire aanslagregeling. Bovendien is het hof van oordeel dat X te kwader trouw is en willens en wetens relevante informatie achterhield. De inspecteur mag volgens het hof navorderen. Er is geen sprake van een pleitbaar standpunt. De vergrijpboete blijft in stand. Beroep ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 24 april
Informatiesoort: VN Vandaag