Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. Daarbij is met name het structurele negatieve eigen vermogen van B bv van belang en het ontbreken van zekerheden en een aflossingsschema.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv, die alle aandelen houdt in B bv.  X verstrekt in de jaren 2011 - 2016 bedragen aan B bv die in rekening-courant worden geboekt. In zijn IB-aangifte 2016 brengt X het gehele saldo van € 180.000 in aftrek als negatief ROW. In geschil is of X de rc-vordering op B bv ten onrechte heeft afgewaardeerd en als negatief ROW in aanmerking heeft genomen. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. Daarbij is met name het structurele negatieve eigen vermogen van B bv van belang en het ontbreken van zekerheden en een aflossingsschema. Volgens het hof is daardoor de kans op terugbetaling van de lening zeer gering. Ook vindt het hof het opmerkelijk dat X in 2016, vlak voor de ontbinding en liquidatie van B bv, nog een storting in rekening-courant van € 36.000 heeft gedaan. Een en ander betekent dat sprake is van een onzakelijke lening en dat X het afwaarderingsverlies niet als negatief ROW in aftrek kan brengen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Editie: 24 april

Informatiesoort: VN Vandaag

645

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen