Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat de aankoop in 2011 geen voortzetting is van de in 2008 spaak gelopen aankoop. De inspecteur heeft de HIR dan ook terecht laten vrijvallen.

In verband met de verkoop van een onroerende zaak in 2005 vormt X bv een HIR. Eind 2008 ketst een voorgenomen koop van een vervangend pand af, omdat de verkoper zich op het laatste moment bedenkt. De inspecteur verlengt de herinvesteringstermijn vervolgens tot ultimo 2009, maar weigert om de termijn vervolgens nog tot ultimo 2011 te verlengen. In 2011 koopt X bv alsnog het pand. X bv laat de HIR niet vrijvallen in haar VPB-aangifte 2009. De inspecteur corrigeert daarop de aangifte.

Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat er geen sprake is van bijzonder omstandigheden die een verlenging van de herinvesteringstermijn rechtvaardigen. Volgens de rechtbank was de aankoop in 2011 namelijk geen voortzetting van de in 2008 spaak gelopen aankoop. De rechtbank overweegt daarbij dat het voorwerp van de overeenkomst was veranderd. Naast het pand had X bv namelijk ook nog een ander pand en twee precelen grond gekocht. Verder acht de rechtbank nog van belang dat er sprake is van een andere overeengekomen prijs.

 

Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.54

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

0

Gerelateerde artikelen