Aan belanghebbende, X, zijn met dagtekening 31 mei 2003 aanslagen IB/PVV 1999 en 2000 met 100%-vergrijpboeten opgelegd in verband met een KB-Luxrekening. Toen op 25 april 2003 werd aangekondigd dat deze aanslagen met boeten op basis van schattingen zouden worden opgelegd, had X nog geen aangiften IB/PVV 1999 en 2000 gedaan. Hij heeft dit op 8 januari 2004 gedaan, zonder daarin gegevens over de KB-Luxrekening op te nemen. De Hoge Raad oordeelt dat een vergrijpboete alleen kan worden opgelegd indien het aan opzet van de belastingplichtige is te wijten dat de aangifte niet is gedaan (HR 25 oktober 2013, nr. 12/00287, V-N 2013/53.4). Daarvan is alleen sprake indien de inspecteur de betrokkene heeft uitgenodigd tot het doen van aangifte. Verder dient de door de inspecteur gestelde termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan te zijn verstreken. Hof 's-Hertogenbosch heeft niet vastgesteld of aan deze eisen is voldaan.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de vergrijpboete 1999 moet komen te vervallen en dat de boete 2000 in stand kan blijven. Het hof acht aannemelijk dat X uitstel heeft gekregen voor het doen van aangifte over 1999 en dat dit uitstel nog niet was geëindigd toen de inspecteur de aanslag over dit jaar oplegde. Voor de aangifte van het jaar 2000 heeft de inspecteur geen uitstel verleend. De boete van 100% over dit jaar is terecht, maar wordt wel verminderd in verband met de wijze waarop de verschuldigde belasting is vast komen te staan en vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 december