Het HvJ EU oordeelt dat de zelfstandige exploitanten worden geacht ten behoeve van TFB een onder de vrijstelling van art. 13 B onderdeel f Zesde btw-richtlijn vallende weddenschap te verrichten.

Tiercé Franco-Belge SA (TFB) organiseert weddenschappen, met name op paardenwedrennen in België en andere lidstaten. Zij maakt daarbij gebruik van zelfstandig exploitanten. Zij moeten de inzetten van de gokkers op paardenwedrennen en andere sportevenementen inzamelen, de weddenschappen registreren, de deelnamebewijzen of tickets aan de gokkers uitreiken en ook de winst uitbetalen. Als vergoeding ontvangt de zelfstandig exploitant een commissieloon. De zelfstandig exploitant reikt voor zijn commissielonen geen factuur aan TFB uit. De Belgische Belastingdienst stelt dat de commissielonen ten onrechte niet in de btw-heffing waren betrokken. De Belgische rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld. Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de zelfstandige exploitanten worden geacht ten behoeve van TFB een onder de vrijstelling van art. 13 B onderdeel f Zesde btw-richtlijn vallende weddenschap te verrichten. Het HvJ EU overweegt hierbij dat het beginsel van fiscale neutraliteit zich evenmin verzet tegen toepassing van de btw-vrijstelling van art. 13 B onderdeel f Zesde btw-richtlijn op de verhouding tussen TFB en de zelfstandige exploitanten.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

2

Gerelateerde artikelen