Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de citycard die door DSAB aan toeristen wordt verkocht een ‘voucher’ kan zijn. Dat de gemiddelde consument door de beperkte geldigheidsduur van de pas niet van alle aangeboden diensten gebruik kan maken, is niet van belang.

DSAB Destination Stockholm AB verkoopt een pas (‘citycard’) die de houder ervan het recht geeft om gedurende een beperkte tijdsduur gebruik te maken van verschillende toeristische diensten in Stockholm. De citycard moet binnen één jaar na aankoop worden gebruikt. Volgens de Zweedse commissie voor fiscale vraagstukken is de citycard geen ‘voucher voor meervoudig gebruik’ (art. 30 bis Btw-richtlijn). Zowel DSAB als de Zweedse fiscus zijn het hier niet mee eens. De Zweedse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de citycard die door DSAB aan toeristen wordt verkocht een ‘voucher’ kan zijn in de zin van art. 30 bis punt 1 Btw-richtlijn. Dat de gemiddelde consument door de beperkte geldigheidsduur van de pas niet van alle aangeboden diensten gebruik kan maken, is niet van belang. Verder is de citycard ook een ‘voucher voor meervoudig gebruik’ in de zin van art. 30 bis punt 3 Btw-richtlijn. De over de diensten verschuldigde BTW is namelijk niet bekend op het tijdstip waarop het wordt uitgegeven.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 2 mei

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen