De Hoge Raad oordeelt dat de rechter vergoeding van het griffierecht hoort te gelasten en het bestuursorgaan moet veroordelen in de proceskosten indien hij een rechtsmiddel niet-ontvankelijk verklaart omdat het bestuursorgaan geheel aan de bezwaren van belanghebbende is tegemoet gekomen. Dat geldt ook in een geval als het onderhavige waarin het bestuursorgaan de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar handhaaft, maar niettemin tegemoetkomt aan de bezwaren die de belanghebbende in de bezwaarfase heeft aangevoerd.

X maakt bezwaar tegen de kosten van een dwangbevel. De ontvanger verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk waarna X in beroep gaat. Lopende het beroep deelt de ontvanger aan X mee dat het bezwaar had moeten worden toegewezen en dat de dwangbevelkosten worden verwijderd. Rechtbank Den Haag verklaart na een vereenvoudigde behandeling het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang. X komt in verzet omdat hij zijn griffierecht vergoed wil zien. De rechtbank wijst het verzet af. De rechtbank legt uit dat het bestuursorgaan niet verplicht is het griffierecht te vergoeden omdat X nadat de ontvanger geheel aan het beroep tegemoet is gekomen het beroep niet heeft ingetrokken.

De Hoge Raad oordeelt dat de rechter vergoeding van het griffierecht hoort te gelasten en het bestuursorgaan moet veroordelen in de proceskosten indien hij een rechtsmiddel niet-ontvankelijk verklaart omdat het bestuursorgaan geheel aan de bezwaren van belanghebbende is tegemoet gekomen. Dat geldt ook in een geval als het onderhavige waarin het bestuursorgaan de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar handhaaft, maar niettemin tegemoetkomt aan de bezwaren die de belanghebbende in de bezwaarfase heeft aangevoerd. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X gegrond, verklaart het verzet alsnog gegrond en veroordeelt de ontvanger tot vergoeding van het griffierecht voor het geding bij de rechtbank. De poging van X om alsnog de verletkosten van haar gemachtigde voor de procedure van de rechtbank vergoed te krijgen, wijst de Hoge Raad af. Dit verzoek is te laat gedaan (vgl. HR 14 juli 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY3746, V-N 2006/39.12).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:41

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 mei

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen