De Hoge Raad oordeelt dat getoetst moet worden of het spel wordt gespeeld door middel van een door de speler via internet in werking gesteld elektronisch proces, waarbij de kansbepaling onmiddellijk of vrijwel onmiddellijk geschiedt.

X bv verkoopt op haar website producten met een ‘laagste prijs’-garantie. Uitsluitend circa 200.000 ‘pashouders’ kunnen deze kopen. Vanaf 2006 kunnen zij geldprijzen winnen door aan een loyaliteitsspel mee te doen. De pashouders krijgen ‘winpunten’ naar evenredigheid van hun aankopen en moeten de prijzen tijdig ‘mijnen’. De prijzen worden hiertoe op willekeurige tijdstippen op de website bekend gemaakt.

Eerder is geoordeeld (zie V-N 2013/43.1.3) dat sprake is van kansspelen. In geschil is de naheffingsaanslag kansspelbelasting over 1 november 2008 tot en met 31 maart 2011. Volgens Hof Amsterdam is geen sprake van een door de speler via internet in werking gesteld elektronisch proces waarbij de kansbepaling (vrijwel) onmiddellijk na het in werking stellen van het spelproces geschiedt. X bv is dus als inhoudingsplichtige kansspelbelasting verschuldigd voor het binnenlandse kansspel. X bv gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof uit de wetsgeschiedenis terecht heeft afgeleid dat getoetst moet worden of het spel wordt gespeeld door middel van een door de speler via internet in werking gesteld elektronisch proces, waarbij de kansbepaling onmiddellijk of vrijwel onmiddellijk geschiedt. Het spel van X bv is geen kansspel dat via het internet wordt gespeeld. Internetkansspelen onderscheiden zich volgens de wetgever van traditionele kansspelen door de omstandigheid dat bij internetkansspelen sprake is van een snelle opvolging van achtereenvolgende spelen, het heen en weer gaan van inzetten en uitkeringen, en een actieve rol van de speler. Dit door het hof gehanteerde toetsingskader vindt steun in de wetsgeschiedenis en is juist.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de kansspelbelasting 6

Wet op de kansspelbelasting 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Kansspelbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen