Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het aanslagbiljet op de juiste wijze bekendgemaakt heeft door verzending ervan naar het vestigingsadres van X bv. De inspecteur hoefde het biljet niet naar de toenmalige gemachtigde te sturen, nu X bv hier niet uitdrukkelijk om had verzocht. 

Belanghebbende, X bv, is het niet eens met de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar. X bv stelt dat haar bezwaar enkel te laat was doordat de inspecteur het aanslagbiljet naar het onjuiste adres heeft verstuurd.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het aanslagbiljet op de juiste wijze bekendgemaakt heeft door verzending ervan naar het vestigingsadres van X bv. De inspecteur hoefde het biljet niet naar de toenmalige gemachtigde te sturen, nu X bv hier niet uitdrukkelijk om had verzocht. De vermelding in het handelsregister van een ander adres als bezoekadres van X bv geldt in ieder geval niet als een uitdrukkelijk verzoek. X bv heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij de aanslag niet ontvangen heeft. Nu het bezwaar van X bv vijf weken buiten de bezwaartermijn is ingediend, heeft de inspecteur terecht besloten tot niet-ontvankelijkverklaring. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 3:40

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen