Rechtbank Breda oordeelt dat de echtgenote vanaf de onderbewindstelling van de heer X is aan te merken als werkneemster voor de werknemersverzekeringen.

De heer X en zijn echtgenote zijn sinds eind jaren ‘70 van de vorige eeuw gehuwd, doch leven sinds 1990 duurzaam gescheiden. X heeft een persoonsgebonden budget en sluit met zijn echtgenote een zorgovereenkomst. In december 2009 is X door de kantonrechter onder bewind gesteld, waarbij twee zonen uit een eerder huwelijk van X als bewindvoerders zijn aangesteld. In geschil is of er een gezagsverhouding is tussen X en zijn echtgenote.

Rechtbank Breda oordeelt dat de echtgenote vanaf de onderbewindstelling van X is aan te merken als werkneemster voor de werknemersverzekeringen. De inspecteur verwijst ten onrechte naar een eerdere afwijzende beschikking die formele rechtskracht heeft gekregen. De onderbewindstelling is namelijk een nieuw feit. De huwelijkse staat is in casu geen beletsel om een arbeidsverhouding aan te nemen. Feitelijk is namelijk geen sprake van een huwelijkse situatie. De bewindvoering is ingesteld omdat X niet meer in staat wordt geacht zijn belangen naar behoren te kunnen behartigen en de bewindvoerders zijn niet de eigen zonen van de echtgenote. Aangezien aan alle eisen voor een verplichte verzekering voor de werknemersverzekeringen is voldaan, wordt de echtgenote per 2 december 2009 als verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen aangemerkt. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing

Instantie: Rechtbank Breda

4

Gerelateerde artikelen