Belanghebbende, X, verzoekt de Belastingdienst/Toeslagen op 7 januari 2021 om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Op 17 januari 2022 stelt X de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke en op 8 februari stelt zij beroep in tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek. Volgens X heeft de Belastingdienst/Toeslagen niet binnen de beslistermijn en ook niet binnen twee weken na de ingebrekestelling op haar verzoek beslist. De inspecteur verzoekt in zijn verweerschrift om een beslistermijn van twaalf weken.
De rechtbank oordeelt dat het toekennen van een beslistermijn van twaalf weken vanaf het moment dat een aanvang is gemaakt met het herbeoordelingsverzoek van X, gerechtvaardigd is gezien het grote aantal (niet voorziene) herbeoordelingsverzoeken. Dit betekent dat de Belastingdienst/Toeslagen uiterlijk 2 juni 2022 een beslissing moet nemen. Voor elke dag waarmee de beslistermijn nog wordt overschreden moet de Belastingdienst/Toeslagen een dwangsom van € 100 betalen. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 49
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 2 mei