Belanghebbende, X bv, behoort tot de B-groep, en houdt de aandelen in C GmbH en D nv. C GmbH en D nv hebben hun woonplaats in Duitsland. De tophoudster van de vennootschappen van de B-groep is het Noorse A AS. In 2011 - 2012 verwerft E AS de aandelen A AS. Door deze overname zijn de verliezen van C GmbH en D nv in Duitsland niet langer meer voorwaarts verrekenbaar. X bv wil de Duitse verliezen ten laste van haar winst brengen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv de Duitse verliezen van C GmbH en D nv niet ten laste van haar winst mag brengen. De rechtbank wijst daarbij op de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU. Hieruit blijkt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat C GmbH en D nv geen f.e. kunnen aangaan met X bv, en daardoor de verliezen niet kunnen verrekenen. Verder overweegt de rechtbank dat het denkbaar is dat X bv de verliezen ook niet voorwaarts zou kunnen verrekenen als beide vennootschappen in Nederland gevestigd zouden zijn. Dit in verband met de toepassing van art. 20a Wet VPB 1969 en de belangenwijziging. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15