X is eigenaar van een appartement. Het is in juni 2016 gekocht door een Stichting voor een koopsom van € 150.000. X is een bestuurslid van de Stichting. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde voor belastingjaar 2017 vast op € 141.000. De Rechtbank Noord-Nederland verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk maakt. Het eigen aankoopcijfer, een half jaar na de waardepeildatum, is maatgevend. Het bestuur van de stichting had geen verbinding met de verkopers van de onroerende zaak en dus was er sprake van een transactie tussen onafhankelijke derden. Dat X zijn oude woning al had verkocht, zijn zieke moeder daar ook in woonde en X stress ervoer, is geen aanleiding om aan te nemen dat de koopsom niet de waarde in het economische verkeer weergeeft. De heffingsambtenaar heeft voldoende rekening gehouden met de waardeontwikkeling na de peildatum. Hij heeft wel ten onrechte teruggerekend vanaf de datum van levering in november 2016 en niet vanaf de datum van de koopovereenkomst in juni 2016. Het door hem berekende prijsindexcijfer, toegepast na aftrek van het aandeel in de VVE, is volgens het hof aannemelijk. Het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 13 april