De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit over de reisbureauregeling voor de omzetbelasting geactualiseerd. Het geactualiseerde besluit vervangt het Besluit van 19 augustus 2019, 2019-7277, V-N 2021/17.14.

In het nieuwe besluit komt de goedkeuring uit het oude besluit (onderdeel 3 algemeen) te vervallen. In onderdeel 7 van het nieuwe besluit wordt ingegaan op de gevolgen voor de BTW in het geval van annulering van reisovereenkomsten. In de praktijk wordt vaak afgesproken dat afnemers een reisovereenkomst kunnen ontbinden. Hiervoor zijn afnemers dan meestal wel annuleringskosten verschuldigd. Deze annuleringskosten worden volgens het besluit niet in de BTW betrokken als de afnemer tijdig van zijn optie om de reisovereenkomst te ontbinden gebruik maakt, omdat deze kosten niet een vergoeding voor enige prestatie vormen. Dit in tegenstelling tot de situatie van latere annulering of een no-show, in die gevallen is er wel sprake van een belastbare prestatie voor de BTW. Het nieuwe besluit vervangt en actualiseert het Besluit van 19 augustus 2019, 2019-7277, V-N 2021/17.14 en treedt in werking op 7 april 2023.

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 28z

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 7 april

120

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen