Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur het bewijsmateriaal dat is verkregen door de inzet van Duitse infiltranten mag gebruiken in de fiscale procedure. Ook nieuwe strafrechtelijke ontwikkelingen (inwerkingtreding art. 359a Sv) leiden er volgens het hof niet toe dat bewijsmiddelen in deze fiscale procedure dienen te worden uitgesloten.

Belanghebbende, X, en zijn echtgenote ontvangen een bijstandsuitkering. X wordt verdacht van onder meer valsemunterij. De strafrechter van Rechtbank Rotterdam spreekt X vrij omdat "het bewijs dat was verkregen via infiltranten en het bewijs dat daaruit is voortgevloeid, waaronder begrepen de resultaten van de huiszoekingen, bij de beoordeling buiten beschouwing dienden te blijven, omdat dit op onrechtmatige wijze is verkregen".

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur het bewijsmateriaal dat is verkregen door de inzet van Duitse infiltranten mag gebruiken in de fiscale procedure. Ook nieuwe strafrechtelijke ontwikkelingen (inwerkingtreding art. 359a Sv) leiden er volgens het hof niet toe dat bewijsmiddelen in deze fiscale procedure dienen te worden uitgesloten. Hierbij neemt het hof onder meer in aanmerking dat art. 359a Sv niet van toepassing is als, zoals in dit geval, het vormverzuim is begaan tijdens het voorbereidende onderzoek van een ander dan de verdachte. Verder oordeelt het hof dat de inspecteur op prudente wijze het inkomen van X heeft geschat. Conform het standpunt van de inspecteur worden de boeten teruggebracht naar 40%.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 13 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen