X dient een beroepschrift in tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar in het kader van een Woz-beschikking. De beroepsgronden zijn niet in het beroepschrift vermeld, wel een postadres en een faxnummer waarop X bereikbaar is. De rechtbank verzoekt X per brief, die op 10 februari 2017 per fax naar het hiervóór bedoelde faxnummer is verzonden, dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Omdat herstel uitbleef en niet tijdig om verlenging van de termijn is verzocht verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Het verzet van X wordt ongegrond verklaard. X stelt, tegen de uitspraak van de rechtbank op het verzet, beroep in cassatie in.
Volgens de Hoge Raad dient een gerecht een besluit om per fax een termijn te stellen voor herstel van een in potentie fataal verzuim, bekend te hebben gemaakt voordat van een dergelijk communicatiemiddel gebruik wordt gemaakt. Uit de stukken van het geding blijkt niet dat de rechtbank haar beslissing om van faxverkeer gebruik te maken aan X bekend heeft gemaakt. De rechtbank mag daarom aan het niet‑naleven van een in het faxbericht gestelde termijn, geen voor de geadresseerde nadelige gevolgen verbinden. Het cassatieberoep van X is gegrond. De Hoge Raad verklaart het verzet alsnog gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:37
Algemene wet bestuursrecht 6:6