Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank, die uitspraak heeft gedaan na 31 december 2014, een hogere rentevergoeding heeft toegekend dan waarop de heer X recht heeft. Aangezien door de inspecteur echter geen hoger beroep is ingesteld, wordt de beslissing in stand gelaten.

De heer X doet in 2011 BPM-aangifte voor een Porsche 911 en heeft € 21.226 betaald. Na bezwaar wordt de BPM verminderd tot € 18.603. Er is € 14 rente vergoed, alsmede bezwaarkosten van € 54,50. Rechtbank Gelderland verlaagt de verschuldigde BPM tot € 17.672. De inspecteur moet rente vergoeden, X krijgt een immateriële schadevergoeding van € 1.000, een proceskostenvergoeding van € 604, alsmede een vergoeding voor het griffierecht van € 156. X gaat in hoger beroep. X wordt bijgestaan door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent in duizenden vergelijkbare BPM-zaken. In geschil is de hoogte van de verschuldigde BPM, of de rechtbank een passende rentevergoeding heeft toegekend, of de vergoeding voor immateriële schade te laag is en of de proceskostenvergoeding terecht is gematigd. Op de zitting komen partijen overeen dat een korting van 5% op de gehanteerde handelsinkoopwaarde moet worden toegepast, aangezien het een marge-auto is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank, die uitspraak heeft gedaan na 31 december 2014, een hogere rentevergoeding heeft toegekend dan waarop X recht heeft. Aangezien door de inspecteur echter geen hoger beroep is ingesteld, wordt de beslissing in stand gelaten. Voor de aanvullende BPM-teruggaaf van € 884 vanwege dit hoger beroep moet echter wel art. 28c Inv. wet 1990 worden toegepast. Het vergoeden van griffierecht vloeit voort uit art. 8:74 Awb. Deze voorziet terecht niet in vergoeding van rente (zie HR 24 september 2010, nr. 09/03257, V-N 2010/50.8). In hoger beroep is de redelijke termijn met één maand overschreden. Voor alle verknochte BPM-zaken wordt slechts één immateriële schadevergoeding van € 500 toegekend. X heeft vanaf vier weken na de openbaarmaking van de onderhavige uitspraak tot aan de dag van algehele voldoening recht op wettelijke rente over de totale immateriële schadevergoeding van € 1.500. De proceskostenvergoeding voor de bezwaar-, de beroeps- en hogerberoepsfase wordt gematigd tot € 904 (zie HR 9 oktober 2015, nr. 14/04108, V-N 2015/52.21.6). Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:74

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f

Invorderingswet 1990 28c

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen