De aandelen van belanghebbende (X bv) zijn indirect in handen van het Franse W SA. Belanghebbende houdt de aandelen in Z bv. Z bv houdt aandelen in diverse niet-EU vennootschappen. Het belang bedraagt minimaal 60%. Belanghebbende is van mening dat zij de rente- en valutakosten die zij maakt voor een lening van W SA in aftrek op de winst kan brengen. De kosten houden verband met de buitenlandse deelnemingen van Z bv en zijn middellijk dienstbaar aan het direct of indirect behalen van buiten de EU belastbare winst door deze deelnemingen. Volgens belanghebbende is de kostenaftrekuitsluiting van art. 13, eerste lid, Wet Vpb in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer (art. 56 EG-verdrag). Rechtbank Haarlem oordeelt dat art. 56 EG-verdrag niet van toepassing is op meerderheidsdeelnemingen waarbij sprake is van een beslissende invloed op de besluiten van de deelnemingen. Aangezien niet is gebleken dat belanghebbende minder zeggenschap in de deelnemingen heeft dan de omvang van haar belangen doet vermoeden, moet op grond van de jurisprudentie van de Hoge Raad uitsluitend worden getoetst aan de vrijheid van vestiging. Nu er sprake is van deelnemingen in niet-EU vennootschappen die uitsluitend of hoofdzakelijk buiten de EU belastbare winst behalen, heeft het recht van vestiging geen werking. Het gelijk is volgens de rechtbank aan de inspecteur.
Hof Amsterdam is het met de rechtbank eens dat uitsluitend moet worden getoetst aan de vrijheid van vestiging. Het hof verwijst hierbij ook naar zijn uitspraak van 7 oktober 2010, nr. 08/01289 (V-N 2010/64.1.03). Het hof verwerpt het beroep van belanghebbende op het Idryma Typou-arrest van het HvJ EU van 21 oktober 2010, nr. C-81/09. Volgens het hof volgt nl. uit het Idryma Typou-arrest niet dat de toepassing van de deelnemingsvrijstelling in situaties waarin aan het zogenoemde ‘beslissende invloed-criterium' is voldaan (zoals in het onderhavige geval) ook onder de materiële werkingssfeer van de vrijheid van kapitaalverkeer valt. Het hof acht het arrest Idryma Typou derhalve niet representatief voor zaken, zoals de onderhavige, waarin aan het ‘beslissende invloed-criterium' is voldaan. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Amsterdam