Aan X bv wordt in december 2016 een pro forma naheffingsaanslag loonheffingen over 2011 met heffingsrente en boete opgelegd. Het totaalbedrag is € 595.081 en is direct invorderbaar. Eind januari 2017 doet X bv een concreet betalingsvoorstel aan de ontvanger. De ontvanger wijst niet alleen het voorstel af, maar kondigt ook aan dat hij haar faillissement zal aanvragen. In geschil is of terecht verzuimboetes zijn opgelegd wegens het niet tijdig betalen van btw en loonheffingen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv vanwege de aanvraag van het faillissement er terecht voor heeft gekozen om alle steunvorderingen in plaats van de belastingen te betalen. Het is dus de Belastingdienst zelf, in de persoon van de ontvanger, die met de aanvraag van het faillissement heeft bewerkstelligd dat X bv deze keuze maakt. Deze keuze is in de gegeven omstandigheden alleszins redelijk en heeft uiteindelijk ook geleid tot afwijzing van het faillissementsverzoek. Het opleggen van boetes is niet passend en geboden en in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. De beroepen van X bv zijn gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering, Fiscaal ondernemingsrecht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 20 april