Belanghebbenden schakelen een gemachtigde in om bezwaar te maken tegen de WOZ-waarde van een woning. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de gemeente het bezwaar onterecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en volgt partijen in hun standpunt over de waardeverlaging. Bij de berekening van de proceskostenvergoeding voor de beroepsfase hanteert de rechtbank een wegingsfactor van 1 voor het beroepschrift en 0,25 voor de zitting. Dit laatste omdat ter zitting enkel nog in geschil was de hoogte van de kostenvergoeding in de bezwaarfase en belanghebbenden hiervoor op de zitting geen nieuwe standpunten of argumenten naar voren hebben gebracht.
Hof Amsterdam volgt het standpunt van belanghebbenden dat het niet mogelijk is om per proceshandeling een andere wegingsfactor voor de proceskostenvergoeding toe te kennen. Noch de tekst van de (bijlage bij) het Besluit proceskosten bestuursrecht, noch de toelichting ervan bieden een aanknopingspunt voor differentiatie van de toe te passen wegingsfactor binnen één fase in de procedure, aldus het hof die nog opmerkt dat ook de systematiek van het besluit zich hiertegen verzet. Het hof verwerpt het standpunt van de heffingsambtenaar dat bij de toekenning van punten per proceshandeling bekeken dient te worden welke partij in welk stadium in het gelijk wordt gesteld. Het hof verklaart het hoger beroep van belanghebbenden gegrond en stelt de proceskostenvergoeding voor het beroep in eerste aanleg zelf vast.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75