Belanghebbende, X, is in 2007 bestuursvoorzitter van Woningstichting Y. Op 30 januari 2009 is X op staande voet door de Raad van Commissarissen van Y ontslagen en begin 2012 is X failliet verklaard. De inspecteur heeft X over 2007 een navorderingsaanslag IB opgelegd waarbij het belastbaar inkomen in box 1 van X is verhoogd van ruim € 155.000 is verhoogd naar ruim € 806.000.
Rechtbank Noord Holland oordeelt dat navorderingsaanslag terecht en tot op het juiste bedrag is opgelegd. Omdat X geen aangifte heeft gedaan van privégebruik auto van de zaak heeft X niet de juiste aangifte gedaan en rust op hem de bewijslast dat de navorderingsaanslag op een te hoog bedrag is vastgesteld. X is daarin niet geslaagd. Voor wat betreft de niet in de aangifte opgenomen post aan verkregen gelden van in totaal € 525.000 acht de rechtbank van belang dat X in zijn aangifte geen melding heeft gemaakt van enige terugbetalingsverplichting en verder dat bij het faillissement in verband daarmee geen vordering op X tot gelding is ingebracht. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 17 december