X bv doet BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz CLA met schade. Hierbij is uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 74.478 en is voor de schade een waardevermindering toegepast van € 8612, zijnde 72% van de schade. Domeinen stelt echter vast dat er slechts € 30 schade is. In geschil is de naheffing van € 1364. X bv stelt primair dat de verschuldigde BPM moet worden bepaald aan de hand van de herrekende bruto BPM van eerder ingevoerde gelijksoortige auto’s (de herleidingsmethode).
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de herleidingsmethode niet is toegestaan. Deze is namelijk gebaseerd op daadwerkelijke restwaarden van andere auto's met een andere leeftijd, km's, schade en staat van onderhoud. X bv maakt met een aantal foto’s uit het voor de aangifte opgestelde taxatierapport niet aannemelijk dat er meer dan normale gebruikssporen zijn. X bv gaat terecht uit van de hogere historische nieuwprijs van € 80.754, zijnde de netto-catalogusprijs van € 53.450, de BTW van € 16.355 en de bruto BPM van € 11.224 op basis van de CO2-uitstoot van de auto van 167 gram per km. De inspecteur stelt vergeefs dat moet worden uitgegaan van de lagere CO2-uitstoot van de referentieauto. De inspecteur wordt opgedragen om de naheffing te verminderen.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 6 februari