Rechtbank Noord-Nederland beslist dat eisers op grond van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel geen invorderingsrente verschuldigd zijn over de periode van het generiek uitstel van betaling voor aanslagen ib/Zvw 2014.

De ontvanger heeft bij brieven met dagtekening 12 februari 2016 aan ieder van de belanghebbenden (hierna: eisers) afzonderlijk medegedeeld dat zij vier maanden uitstel van betaling hebben gekregen voor de aanslag ib//Zvw 2014. Als onderwerp staat op de brieven 'Generiek uitstel aanslag inkomstenbelasting/ZVW 2014' en de uiterste betaaldatum van de aanslagen is vastgesteld op uiterlijk 26 juli 2016. Met dagtekening 12 februari 2016 worden de aanslagen ib/ZVW 2014 opgelegd met uiterste betaaldatum 25 maart 2016. Eisers hebben op 9 augustus 2016 de volgens de aanslagen verschuldigde bedragen per bank overgeschreven. De betalingen zijn op 10 augustus 2016 door de ontvanger ontvangen. Vervolgens wordt er door de ontvanger invorderingsrente in rekening gebracht berekend vanaf 26 maart 2016 tot en met 9 augustus 2016. Eisers gaan in beroep. Niet in geschil is dat de invorderingsrente op zichzelf berekend is in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. In geschil is of de invorderingsrente op grond van het vertrouwensbeginsel berekend moet worden over de periode vanaf 26 juli 2016 (dus na het verstrijken van de vier maanden extra uitstel) tot aan 10 augustus 2016.

Rechtbank Noord-Nederland is van mening dat eisers erop mochten vertrouwen dat er geen invorderingsrente berekend zou worden over de periode waarvoor zij – onder de generieke uitstelregeling – uitstel van betaling kregen. De brieven waarin het uitstel wordt medegedeeld merkt de rechtbank aan als individuele toezeggingen. Bezien vanuit het perspectief van eisers kan redelijkerwijs uit de brieven opgemaakt worden dat de invorderingsrente alleen berekend zou worden na het verstrijken van de verlengde betalingstermijn. Een juiste wetstoepassing betekent niet dat een bezwaar kennelijk ongegrond is. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen die wetstoepassing immers opzij zetten. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond. De beschikkingen invorderingsrente worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

1

Gerelateerde artikelen