Volgens Rechtbank Amsterdam is een bezwaar niet kennelijk ongegrond indien de bezwaarmaker heeft aangegeven dat hij de gronden van bezwaar in een hoorzitting wil aanvullen.

X komt in bezwaar en beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Amstelveen.

Volgens Rechtbank Amsterdam is een bezwaar niet kennelijk ongegrond indien de bezwaarmaker heeft aangegeven dat hij de gronden van bezwaar in een hoorzitting wil aanvullen. X heeft meerdere keren uitdrukkelijk aangegeven dat hij gehoord wil worden. In de ingebrekestelling heeft X expliciet aangegeven dat hij niet afziet van een hoorzitting en heeft hij gevraagd om een dagbepaling voor een telefonische hoorzitting. Onder deze omstandigheden heeft de heffingsambtenaar niet mogen afzien van horen wegens kennelijke ongegrondheid. De rechtbank kan de heffingsambtenaar ook niet volgen in zijn standpunt dat hij de aanvullende gronden wilde afwachten om vervolgens te bepalen of een hoorzitting nodig was. De heffingsambtenaar heeft niet voor de hoorzitting kunnen vaststellen dat er voldaan werd aan de voorwaarden van art. 7:3 aanhef en onder b Awb en had X moeten uitnodigen voor een hoorzitting. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Editie: 9 januari

209

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen