Belanghebbende, X, is het niet eens met een WOZ-beschikking. In beroep komt de gemeente tegemoet aan de grieven van X. In geschil is of X recht heeft op een proceskostenvergoeding voor rechtsbijstand verleend door zijn zoon.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de zoon en tevens gemachtigde van X het beroepsmatige karakter van zijn werkzaamheden niet aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank acht het met name van belang dat de gemachtigde tot voor kort stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als ingenieur/stedebouwkundig adviseur. De expertise op deze vakgebieden is naar het oordeel van de rechtbank te ver verwijderd van de onderhavige werkzaamheden. Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat de gemachtigde de opleiding tot makelaar nog niet heeft voltooid en bovendien uitdrukkelijk nog geen werk heeft gemaakt van het binnenhalen van niet-familieleden als klanten voor zijn WOZ-advisering. X komt niet in aanmerking voor een proceskostenvergoeding voor de kosten van rechtsbijstand. De rechtbank kent wel een vergoeding toe voor reis- en verletkosten voor de zitting hoewel de verschijning van X het gevolg is van miscommunicatie.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75a
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 19 januari