Eiseres, X, laat haar huwelijkspartner bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van de woning. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuw-Lekkerland terecht heeft geweigerd X een proceskostenvergoeding toe te kennen in verband met de door haar huwelijkspartner verleende rechtsbijstand.
Rechtbank Dordrecht oordeelt dat de gemeente terecht geweigerd heeft een proceskostenvergoeding toe te kennen voor de rechtsbijstand verleend door de huwelijkspartner van X. Op zichzelf betekent de huwelijksrelatie tussen X en haar gemachtigde niet dat de kosten die gemaakt zijn door de gemachtigde niet voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Om tot kostenvergoeding over te gaan moet echter wel blijken dat de gemachtigde van X op een zakelijke basis is opgetreden (HR 27 november 2009, nr. 08/02570, V-N 2009/61.10). De heffingsambtenaar heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat X niet heeft aangetoond dat de gemachtigde beroepsmatig aan X de rechtsbijstand heeft verleend en dat er daardoor ook daadwerkelijk kosten zijn gemaakt door de gemachtigde. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat uit de factuur niet blijkt in welke hoedanigheid de gemachtigde optreedt (in de hoedanigheid van een eenmanszaak of werknemer van een onderneming), er een btw-nummer ontbreekt en dat de factuur slechts één dag voor de zitting is betaald.