Belanghebbende, X, is minderjarig en woont samen met haar moeder. De partner van de moeder, die X heeft erkend als kind, behoort eveneens tot het huishouden. Deze partner treedt als gemachtigde op in een fiscale beroepsprocedure van X. Rechtbank Roermond ziet geen reden voor een proceskostenvergoeding. Hiertoe overweegt de rechtbank (i) dat sprake is van een familierelatie en het gezamenlijk voeren van een huishouding door X, de moeder en de gemachtigde, (ii) dat in deze omstandigheden in beginsel moet worden aangenomen dat de rechtsbijstand niet op zakelijke basis is verleend en (iii) dat zij in deze zaak geen reden heeft om tot een ander oordeel te komen. Hof 's-Hertogenbosch sluit zich bij deze overwegingen van de rechtbank aan.
De Hoge Raad oordeelt dat rechtbank en hof terecht geen proceskostenvergoeding hebben toegekend voor de rechtsbijstand die is verleend door een vader aan zijn minderjarige kind. In het oordeel van de rechtbank ligt kennelijk besloten dat de rechtsbijstand verleend door de vader de gebruikelijke hulp van ouders aan kinderen niet te buiten gaat. De rechtsbijstand is niet op zakelijke basis verleend. Aldus opgevat geeft dit oordeel geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting (HR 19 oktober 2012, nr. 11/04773, BNB 2012/317 en HR 16 september 1981, nr. 20.684, BNB 1981/296). Het oordeel is ook niet onbegrijpelijk en behoeft geen nadere motivering. Het cassatieberoep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75