Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de boete altijd moet afstemmen op de ernst van de overtreding en rekening moet houden met de omstandigheden. De boete wordt daarom gematigd tot 10%.

X is houder van een dieselauto met geschorst kenteken. De auto is hiertoe gestald bij een vakantiehuisje in een park. Vanwege een rioolreparatie staat de auto twee dagen op de weg van het vakantiepark. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag over 19 mei 2018 tot en met 4 maart 2019, alsmede de 100% verzuimboete van € 1459.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de naheffing terecht is wegens de twee dagen dat de auto twee op de openbare weg, zijnde de weg in het vakantiepark, heeft gestaan. De boete wordt wel gematigd. De inspecteur moet de boete altijd afstemmen op de ernst van de overtreding en hij moet rekening houden met de omstandigheden (art. 5:46 Awb). Het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst is in dit verband slechts beperkt van belang, omdat hierin alleen een maximum en niet een uitgangspunt voor de straftoemeting is geformuleerd. Een beleidsregel zoals het Besluit kan bovendien niet de werking ontnemen aan de verplichtingen die een dwingend wettelijk voorschrift als artikel 5:46 Awb oplegt. Gelet op de ernst van het verzuim en de omstandigheden wordt de boete gematigd tot 10%. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 5:46

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 22 april

102

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen