Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (hierna: SVB) om hem geen tegemoetkoming op grond van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen te verlenen. In beroep oordeelt Rechtbank Haarlem dat X vanaf 1 juni 2011 wel recht heeft op de tegemoetkoming. Als de SVB in hoger beroep gaat, stelt X incidenteel hoger beroep in. Na de intrekking van het principale hoger beroep is alleen nog in geschil of X in aanmerking komt voor een schadevergoeding in verband met verletkosten.
Hof Amsterdam (EK VII, 11 juli 2013, 12/01127, V-N 2013/48.1.1) oordeelt dat X geen vergoeding krijgt van de verletkosten voor het tijdverzuim als gevolg van het opstellen van processtukken en het bezwaarschrift of voor het lezen van stukken. Deze kosten behoren niet tot de kosten die op grond van art. 1 Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen (vgl. HR 21 september 2012, nr. 11/02928, V-N 2012/50.9). Nu de kosten niet langs de weg van art. 7:15 juncto art. 8:75 Awb vergoed kunnen worden, is voor een vergoeding als schadevergoeding via art. 8:75 Awb geen ruimte (HR 14 september 2007, nr. 42.069, V-N 2007/42.7). De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Algemene wet bestuursrecht 7:15