De heer X werkt als promovendus bij een Nederlandse universiteit. In het kader van de samenwerking met een Duitse instelling heeft X gedurende een jaar ook werkzaamheden verricht in Duitsland. X woont in die periode officieel in Duitsland, doch zijn dienstverband met de universiteit is in stand gebleven. X koopt in Duitsland een Audi A3. In geschil is of X bij zijn terugkeer naar Nederland voor de bpm terecht een beroep doet de verhuisboedelvrijstelling. Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur terecht afwijzend heeft beslist. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het verblijf in Duitsland tijdelijk was bedoeld en dat de normale verblijfplaats dus steeds in Nederland is gebleven. De gastovereenkomst had namelijk een beperkte duur. Na zijn terugkeer is X voorts weer bij zijn vriendin ingetrokken, dus de relatie is kennelijk in stand gebleven. Het maakt niet uit dat de vriendin van X tijdens de uitzending de huur van de woning in Nederland geheel voor haar eigen rekening nam. Aan de eis dat X zijn normale verblijfplaats heeft overgebracht, is niet voldaan. Het beroep van X is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 februari