Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de gemeente alsnog recht heeft op aftrek van de voorbelasting. Recht op aftrek bestaat namelijk ook als het investeringsgoed aanvankelijk wordt gebruikt voor doeleinden die niet aan de btw-heffing zijn onderworpen.

De Poolse gemeente Ryjewo laat een dorpshuis bouwen, dat voor overheidsdoeleinden wordt gebruikt. Alhoewel de gemeente geregistreerd staat als btw-plichtige, brengt zij de voorbelasting niet in aftrek, omdat het dorpshuis niet voor belastbare handelingen wordt gebruikt. Vier jaren na de voltooiing van het dorpshuis wordt het ook voor belastbare handelingen gebruikt. De gemeente is van mening dat zij alsnog recht heeft op gedeeltelijke aftrek van de voorbelasting die aan haar ter zake van de bouw in rekening is gebracht. De Poolse Belastingdienst weigert echter om btw terug te geven, omdat de aangeschafte goederen en diensten niet in het kader van een economische activiteit waren verworven. De Poolse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de gemeente alsnog recht heeft op aftrek van de voorbelasting. Volgens de A-G bestaat er namelijk ook recht op aftrek van de voorbelasting wanneer het vervaardigde of verworven investeringsgoed aanvankelijk wordt gebruikt voor doeleinden die niet aan de btw-heffing zijn onderworpen, maar de aard van het gebruik van het investeringsgoed later wordt gewijzigd en het voortaan ook voor belastbare handelingen wordt gebruikt. De A-G merkt verder nog op dat niet van belang is dat het investeringsgoed zowel voor belastbare als niet-belastbare handelingen wordt gebruikt.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 23 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen