De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep in het kader van de sectorindeling premieheffing werknemersverzekeringen gegrond. Het hof heeft de criteria uit een circulaire van de voormalige Sociale Verzekeringsraad ten onrechte buiten beschouwing gelaten.

X bv verzoekt tot herindeling van sector 3 (Bouwbedrijf) in sector 1 (Agrarisch bedrijf). De inspecteur wijst het verzoek bij beschikking af. Naar aanleiding van het bezwaar van X bv doet de inspecteur onderzoek naar haar bedrijfsactiviteiten. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in een rapport. Het bezwaar wordt vervolgens afgewezen. De inspecteur heeft aan die beslissing een circulaire van de voormalige Sociale Verzekeringsraad van 3 december 1992 (hierna: de circulaire) ten grondslag gelegd. Het beroep van X bv wordt gegrond verklaard. Het hof heeft onder meer geoordeeld dat de circulaire geen juridische grondslag heeft. Het rapport van de inspecteur is daarom ten onrechte gebaseerd op de criteria van de circulaire. De staatssecretaris komt in cassatie.

Volgens de Hoge Raad berust het oordeel van het hof dat de in de circulaire opgenomen criteria buiten beschouwing moeten blijven, op een onjuiste rechtsopvatting. Dit volgt uit de toelichting op de Regeling Wfsv (Stcrt. 2005, 242; hierna: de toelichting). In de toelichting is niet alleen verwezen naar de circulaire, maar is ook de inhoud van de in de circulaire opgenomen beleidsregels weergegeven. Het beroep in cassatie is gegrond. Volgt verwijzing naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 96

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Hoge Raad

Editie: 23 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen